Dit is, o mijn God, de eerste van die dagen waarop Gij Uw geliefden hebt geboden de Vasten in acht te nemen. Ik vraag U, bij Uzelf en bij hem die vast uit liefde voor U en omwille van Uw welbehagen – en niet uit eigenbelang en begeerte, noch uit vrees voor Uw toorn – en bij Uw uitmuntendste namen en verheven eigenschappen, Uw dienaren te zuiveren van liefde voor alles buiten U en hen aan te trekken tot de dageraadsplaats van het licht van Uw aangezicht en de Zetel van de troon van Uw één-zijn. Verlicht hun hart, o mijn God, met het licht van Uw kennis en verhelder hun gelaat met de stralen van de Dagster die schijnt aan de horizon van Uw wil. Machtig zijt Gij te doen naar Uw behagen. Geen God is er dan Gij, de Alglorierijke, Wiens hulp door alle mensen wordt afgesmeekt.

Help hen, o mijn God, U te doen zegevieren en Uw Woord te verheffen. Laat hen dan als handen van Uw Zaak onder Uw dienaren worden, en maak dat zij Uw religie en Uw tekenen onder de mensheid onthullen op zulk een wijze dat de hele wereld vervuld mag worden van Uw gedachtenis en lof en van Uw bewijzen en tekenen. Gij zijt waarlijk de Almilddadige, de Verhevenste, de Krachtige, de Machtige en de Barmhartige.

Bahá’u’lláh

Bahá’í Prayers
Get the app
share prayer
Share on Facebook
Tweet
translations
Currently reading prayer in Nederlands.
This prayer is also available in:
Bahá’í Prayers
Get the app